2 Koningen 10:13
Statenvertaling
Vond Jehu de broederen van Aházia, den koning van Juda, en hij zeide: Wie zijt gijlieden? En zij zeiden: Wij zijn de broederen van Aházia, en zijn afgekomen, om de zonen des konings en de zonen der koningin te groeten.
Herziene Statenvertaling*
trof Jehu daar de broers van Ahazia aan, de koning van Juda. Hij zei: Wie bent u? Zij zeiden: Wij zijn de broers van Ahazia en zijn gekomen om de zonen van de koning en de zonen van de koningin te groeten.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Trof Jehu de broeders van Achazja, de koning van Juda, aan en vroeg hun: Wie zijt gij? Zij antwoordden: Wij zijn broeders van Achazja en wij zijn gekomen om de zonen van de koning en die van de gebiedster te bezoeken.
King James Version + Strongnumbers
Jehu H3058 met H4672 with ( H853 ) the brethren H251 of Ahaziah H274 king H4428 of Judah, H3063 and said, H559 Who H4310 are ye? H859 And they answered, H559 We H587 are the brethren H251 of Ahaziah; H274 and we go down H3381 to salute H7965 the children H1121 of the king H4428 and the children H1121 of the queen. H1377
Updated King James Version
Jehu met with the brethren of Ahaziah king of Judah, and said, Who are all of you? And they answered, We are the brethren of Ahaziah; and we go down to salute the children of the king and the children of the queen.
Gerelateerde verzen
2 Kronieken 21:17 | 2 Koningen 8:29 | 2 Koningen 8:24 | 2 Koningen 9:21 - 2 Koningen 9:27 | 2 Kronieken 22:1 - 2 Kronieken 22:10